1
Wakker omdat ik naast u lag vannacht.
We ademden nog allebei. U zei
Ga weg. Wat moet je hier. Mijn spullen snaaien.
Mijn leven pikken. Eten van mijn nood.
Ik heb een vriend die in me woont, hij maakt me
wat ik wil zijn, hier binnenin mijn schoot
groeit … lees verder