Eenzame uitvaart #158, Amsterdam

Eenzame uitvaart nummer 158
I.M. D. K.
donderdag 7 februari 2013, 10 uur, begraafplaat St. Barbara
dichter van dienst: Anneke Brassinga

Meneer Van Bokhoven belt, de maandag voorafgaand aan de uitvaart: ‘Even denken,’ zegt hij, ‘even denken.’ Dan weet hij het weer. ‘Ik heb hier een meneer uit Ivoorkust. Het betreft een lijkvinding. Hij is een paar maanden geleden vrijwillig vertrokken uit een asielzoekerscentrum in Luttelgeest, hij had geen vaste woon- of verblijfplaats. Hij is op 21 januari gevonden in een woning aan de Leeuwerikstraat, daar sliep hij kennelijk af en toe een nachtje. De hoofdbewoonster hebben we niet kunnen vinden.’ Van Bokhoven spelt de naam van de man uit Ivoorkust, letter voor letter, als geboortedatum staat 31-12-183 aangegeven. ‘We hebben te weinig gegevens om familie op te sporen en de Ambassade wil niet erg meewerken.’

Ik bel Anneke Brassinga de gegevens door, vertel erbij dat ik zelf de uitvaart niet zal bezoeken: de avond voorafgaand moet ik nog heel laat optreden op het gedichtenbal, de nacht erop vlieg ik naar La Palma. Van Bokhoven denkt dat Ali of Bert bij de uitvaart aanwezig zullen zijn. Anneke gaat aan het werk.

Woensdag belt Van Bokhoven opnieuw: een omvangrijke groep mensen uit Ivoorkust zal de uitvaart komen bezoeken, hij verwacht wel een man of vijftig. Dat betekent dat het gedicht niet zal worden voorgedragen, dat zou misplaatst zijn, opdringerig zelfs. Omdat het gedicht toch geschreven werd, volgt het hieronder.

VOLTOOID VERLEDEN TOEKOMST

Het was niet je bedoeling, jong te sterven
in een vreemd land. ‘t Doet denken aan de tuinman

die vluchtte voor de dood, naar Ispahaan,
waar juist de dood hem moest gaan halen.

We brengen jou, D., een laatste groet,
bewijzen je de laatste eer – de eerste eer misschien

die jou ten deel valt in dit wereldddeel.
Voor wie asiel zoekt wordt geen rode loper uitgerold.

Maar een man van dertig is zelf vorstelijk,
in de kracht van zijn jeugd. Op zoek

naar geluk reist hij de halve wereld om
van Tiapoum naar Luttelgeest. Het is niet eerlijk,

man van dertig, dat je toekomst stukliep
in een voltooid verleden toekomende tijd: je zou

veroverd moeten hebben een bestaan, om later
trots en oud en moe op terug te kijken.

Wij brengen je een laatste groet
en eren wie je had kunnen moeten mogen zijn.

(C) Anneke Brassinga