Eenzame uitvaart #273, gedicht

*

Daar lag u, zomaar, stil en ongezien,
met in uw kast een stapel puzzels:
vijfhonderd, duizend, vijftienhonderd stukjes.

Waren ze mooi, uw luchtkastelen?
Zag u prinsessen in het wit of roze,
per koets op weg naar huwelijksfeesten?
Kwamen uw dromen uit, stukje voor stukje?

En dan uw puzzel van herinneringen:
onwelkom kind, uit huis gedaan, geweld
van mannen en een eerste, moeizaam zoontje
dat op zijn vader leek, ondraaglijk.
Niet welkom, net als u, en afgestaan.

Daar lag u, zomaar, stil en ongezien,
een puzzel voor een ander,
want er was ook een dochter
en u hield van haar als van een zus,
en bij muziek over de liefde
kon u zelfs uw zoon omhelzen
en was het leven zo rooskleurig
als puzzels na veel moeite kunnen zijn.

Jos Versteegen