Eenzame uitvaart #255, gedicht

Voor mevrouw P.

Je kunt je leven lang de achterdeur gebruiken om ongezien
je huis uit te gaan, propjes duwen in de sleutelgaten
om je onbespied te wanen

je kunt sober leven, misschien zelfs op een houtje bijten
en in de tussentijd je geld in Zwitserland bewaren
om voor een tweede kans te sparen

je kunt spijkers kopen voor vitrage waardoor jij de mensen
ziet, maar zij jou niet, je kunt spijkers strooien op de weg
om vreemden uit je buurt te jagen

feit is: we weten bijna niks, vandaar dat ik met Streetview
tijdreis door je straat, je huis bekijk waar misverstand
of onverlaat je spoor te vroeg heeft uitgewist

ik vraag me af of iemand jou nu mist, of jij het bent
die verderop de straat indraait, je gezicht onherkenbaar
gemaakt zoals de tijd deed met je lijf, je blijft

een schim – zelfs op het internet – ik ken je naam
maar voor de rest blijft er veel vaag: wat je graag at
of je als kind van skiën hield

waarom je kwam, je land verliet en of je net als ik
soms Sehnsucht had, wanneer je stierf en hoe precies
een doodsoorzaak

toch is er ook de zekerheid van een geboortedag die guur
en sneeuwrijk was, een vader, moeder en een broer
die moedeloos of boos tenslotte het contact verbrak

Er gaan verhalen over ups en downs, een kind
dat je niet houden kon, een man die bloemen bracht
vermoedens dat je dus werd liefgehad

er zijn de bergen uit je jeugd, de echo die je zijn erkent
er is de glinster van de Bodensee, het witte dorp, de sneeuw
en het portret waarop je stoer je kraag opzet

er is een taal met woorden die hier niet bestaan: Fernweh
drijft je naar waar je niet bent, ortsfremd ben je
waar niemand je kent

Dorien Dijkhuis.