Eenzame uitvaart #260, gedicht

Ruime marge

Het kan dus nog: jezelf vrijwel onzichtbaar maken. Je zo bewegen
dat je de camera’s ontwijkt, de lampen je niet vangen,
je er pas bent tijdens de klap – en dan meteen weer weg.

Voor die tijd kamde je de restanten van je haar, schoor je kaken,
alles om niet op te vallen. Je leegde de zakken van je broek,
je hoodie, derdehands en onherleidbaar. Net zoals je dna.

Er is iemand die in jou een Mark herkent, maar nee,
dat ben jij niet want Mark neemt op. Maar het had gekund.
Je kunt werkelijk iedereen zijn. Veertig jaar of zestig en

je lengte – men neemt een ruime marge. Was dit het doel?
Zo gemiddeld mogelijk vertrekken zodat niemand
specifiek je kan gedenken? Breek ik in met dit gedicht

of ben je juist opgelucht dat ik mijn muziek opdring,
je een gezicht krijgt dat ons afleidt van het jouwe,
schone kleren en een bordje zonder naam.

Vrouwkje Tuinman