Eenzame uitvaart #251, gedicht

Voorstel

Iemand schreef: geloof maar niets van wat hij zegt.
Dit zijn de feiten. Je kuste een dolfijn, een kind, een geit.
Je knuffelde verschillende honden en minstens één varken.

Je wandelde door koude parken en stond in de branding
op Bali. Je betaalde met je Rabo Wereldpas. Op een dag
spoelt alles aan: de plaatsen waar je was, muziek

waarvan je hield, de voetbalclub die bij je paste, beeld
waarop je nog een tijdje door de wereld zal geraken.
De waarheid is ongeneeslijk, de dood te saai

voor dichters en fantasten. Wat is eigenlijk zieker,
alles zien zoals het is of je leugens dwangmatig herhalen
tot ze op een haar na waar zijn? Wie verklaart je neergang

van hotel naar hotel, alsof je op de valreep onderzocht
hoe men zijn zieke zelf verlaat, of je tóch ontsnappen kon
aan je vergeelde spiegelbeeld, of je je nog één keer

uit een huid kon praten die verschoot onder de letters
op je borst: verdroom je leven niet, maar leef je droom.
Ik heb een voorstel. Voor de duur van deze woorden

ging het allemaal zoals jij zei. Ik laat het deksel
op een kier, jij ligt niet voor me, dit kwartier bestaat
alleen in het verhaal dat jij op dit moment

zit te vertellen op het strand, die scheve grijns
op je gezicht, je sigaret in de gebruinde hand,
aan iemand die het bijna niet geloven kan.

Ingmar Heytze