Eenzame uitvaart #21, Den Haag

Eenzame uitvaart nummer 21, Den Haag
I.M. H. J. op de T.
geboren op 25 januari 1947 en overleden op 10 november 2009
Nieuw Eik en Duinen, 18 november 2009
Dichter van dienst: Erwin Vogelezang

Dat er 50 manieren zijn om je geliefde te verlaten, is al sinds het midden van de jaren ’70 bekend. Vanaf vandaag weet ik dat er ook minimaal 51 manieren zijn om te sterven. Huib koos op zijn 62e voor de 51e manier. En zette met vaste tekenaarshand drie ferme strepen onder zijn bestaan. Wat rest zijn de geijkte vragen die ik, tegen beter weten in, toch stel aan de volumineuzige neef én kunstbroeder (“Hij stond eens in de tien jaar plotseling voor de deur en als hij weer was vertrokken, had ik eigenlijk geen idee waar het gesprek over ging”), de buurvrouw met de woonboot die Huib nog steeds zou kopen (“Soms schoot ik wel eens weg als ik hem aan zag komen lopen – als hij eenmaal op zijn praatstoel zat, kwam je bijna niet meer van hem af. Maar het was een hele vriendelijke man”) en de dame van de Soos (“Ik had met hem te doen. Hij had het over zijn overleden moeder alsof het gisteren was gebeurd”).

Maar het antwoord op de vragen waarom nu en waarom op deze manier? Ik vind ze niet. Ook niet in de brief die in zijn dossier is blijven steken, want hoewel letterlijk aan zijn ouders gericht, is de toon verraderlijk afstandelijk. Vader speelde piano, moeder bakte appeltaart, H. blijft ongrijpbaar. En zijn tekeningen? Die heeft geen enkele aanwezige ooit gezien. Toch kan daar nog verandering in komen: het televisieprogramma Kruispunt, vandaag vertegenwoordigd door een cameraman, zal aandacht aan de dood van H. besteden en aanwezig zijn bij het ontruimen van de woning. Een behoorlijke opgave, want zijn almaar uitdijende collectie watalnietenzusenzo (“Er hing al jaren een eenzame kerstbal in het raamkozijn”) was zo ver opgerukt, dat Huib slechts een leef- en sterfruimte restte van enkele vierkante meters.

Of het iets te maken heeft met de media-aandacht weet ik niet, maar dit is mijn eerste Eenzame Uitvaart waarbij de uitvaartleider het woord tot de aanwezigen richt. Hij zegt iets over stof. Maar dat vindt pas later plaats, als de kist met H. afdaalt in het door hem enkele maanden geleden gereserveerde familiegraf (Vader, Moeder, Broer) en de herfstwind heerst. Eerst luisteren we binnen naar ‘The Proposition #1’ (Nick Cave & Warren Ellis), ‘Do not go gentle into that good night’ (Dylan Thomas, uitvoering van John Cale) en ‘Het Dorp’ (Wim Sonneveld), waar Huib in zijn brief aan refereerde. Tijdens de, ook documentair noodzakelijke, nazit-met-koffie krijg ik van de dochter van de buurvouw met de woonboot, toch nog een onverwacht inkijkje in de denkwijze van de overledene. Hij noemde haar altijd ‘de indiaan’. Zij heeft nooit goed begrepen waarom. Maar wie straks de documentaire bekijkt, ziet het direct: ook Zilverslang bewijst H. vandaag de laatste eer. “Omdat ik vind dat het zo hoort,” zegt ze. Iedereen knikt.

appeltaartpiano

ik ben hier om de huid van een bestaan
om u te vouwen, omdat u zo moest waken,
omdat Vader dat voor Moeder vroeg.

ik ben hier omdat Broer er niet is,
omdat sterven mensenwerk, omdat was
steeds gedaan en vochtvoeten gezalfd.

ik ben hier omdat u kordate lijnen trok
om chaos buiten, herinnering binnen –
en om u in het midden, thuiskomend.

ik ben hier om wat u open hield te vullen
met uzelf, omdat u er drie harde strepen
onder zette, om Broer, piano, appeltaart.

(C) Voor gedicht en verslag: Erwin Vogelezang