Eenzame uitvaart #20, Den Haag

Eenzame uitvaart nummer 20, Den Haag,
J. V.
* Zoetermeer, 24 september 1954
† Den Haag, 13 november 2009
Oud Eik en Duinen, 17 november 2009
Dichter van dienst: Gilles Boeuf

De Steijnlaan in Den Haag, vlak bij het centrum. Ik sta er om een indruk te krijgen van het leven van een man waarover bij de gemeente weinig bekend is. Hij is in die straat, in zijn huis dood aangetroffen, waarschijnlijk na er twee weken te hebben gelegen. De politie was getipt door een buurtbewoner die hem al een tijdje niet gezien had. De politie was niet verbaasd want de heer V. was een notoir drugsgebruiker geweest.

Een gebruiker waar de familie geen contact meer mee wilde. Zijn moeder, grootmoeder en zus distantieerden zich van de uitvaart. Zijn straat en zijn voordeur, meer informatie is er niet voor handen.

Wanneer ik een aantal dagen later het terrein van Oud Eik en Duinen oploop zie ik een bestelauto voor de aula staan waar een prachtige bloemenkrans uitgetild wordt. Compleet met wit lint en gouden namen; twee vrouwennamen. Ik vraag mij af of zijn familie toch iets heeft willen doen, maar kom er al snel achter dat de heer V. een ex-vriendin had die nog erg met hem begaan is. Binnen tien minuten is het voorportaal van de aula gevuld met zo´n veertig mensen, vrienden en kennissen van de overledene en van diens ex-vriendin. Opeens voel ik mij nogal lullig met muziek die ik heb uitgezocht en die hen misschien niets zegt of die voor hen wellicht niet past bij J. V. Ik vertel waarom ik er ben, dat ik hen totaal niet voor het hoofd wil stoten en met alle liefde mij terug trek uit hun afscheidsceremonie. Dat blijkt niet nodig, de ex-vriendin zegt blij te zijn met de aandacht die er voor hem is en we maken een praatje. Veel vrienden hebben rozen meegebracht en ik zie dat ze elkaar onderling hartelijk begroeten als goede bekenden. Een goede vriendin zegt over J.: “Hij was misschien wel ‘strange’, maar hij was zeer geliefd”.

De aula vult zich en het eerste lied waar we naar luisteren is: “I heard the lonesome whistle blow” van Johhny Cash. Ik weet niet of het J. V. zijn muziek was, maar ik ben wel erg blij dat ik dit maal geen klassieke muziek heb meegenomen. Na mijn gedicht luisteren we naar “Here it is” van Leonard Cohen. Ik denk aan de uitspraak dat J. zeer geliefd was en zie het verdriet bij zijn vrienden en hoor Cohen zingen: “(…) and here is your love for all things.”

Buiten is het droog, een zachte herfstzon breekt nog net niet door de grauwe lucht. We volgen de dragers en zo eenzaam als sommige eenzame uitvaarten ook zijn, dit keer is het tegendeel waar. Vrienden, zelfs een ex-geliefde zijn deze man blijven omringen. De kist is bezaaid met bloemen wanneer hij naar beneden zakt. De ex raakt met haar vingers nog even de kist aan en huilt. Een jongen van een jaar of 12 loopt weg en zijn moeder slaat een arm om hem heen. De uitvaartleidster verzoekt ons vrij snel om onze weg te vervolgen en de hele groep voelt een aarzeling om weg te lopen. Wanneer de eerste mensen een paar stappen richting de uitgang zetten, komt de hele groep langzaam in beweging. Ik praat nog even met de ex-vriendin. Ze is aangedaan maar ook heel tevreden over hoe netjes de gemeente, zo zegt ze het, de uitvaart heeft geregeld. De goede vriendin die ik eerder sprak vertelt nog over J. dat hij ‘een enorme speedjunk’ was. “Maar,” zegt ze, “hij had altijd een lach en stond voor iedereen klaar.” “Hij was altijd ergens mee bezig en verzamelde van alles.” Meteen zie ik voor mij hoe zijn huis er van binnen wellicht uit heeft gezien. Tot aan de nok toe gevuld met spullen. Een eigen universum.

Roes

Ieder leven begint in een straat
Aan een weg die een naam heeft
In een huis

Er zijn twee manieren
Om op weg te gaan
Met je eigen naam als huismerk
Ter onderscheiding

Het leven dat alles vast houdt
Maalt kiezelstenen vol weerstand
Het leven dat in het moment glijdt
Springt door de roes over stenen

In de roes
Verlies je veel
Het moment brandt als stro door alle
Straten, door de armen
Van je naamgenoten

In je laatste straat, daar
Waar je gevonden wordt,
Eer ik je sprongkracht
Met het uitspreken van je naam

© voor gedicht en verslag: Gilles Boeuf