Eenzame uitvaart #276, gedicht

Drenkeling

Te water raken en dan daar maar blijven
zoals wij ooit voorgoed het land opkropen
en zwaar werden en leerden praten
zo zwijg jij nu weer over wat er was:

karakter, aanleiding, geschiedenis.
al die vaste dagelijkse recepten
worden op je terugreis plots denkbeeldig,
geen huis dat om je belt, geen schip trompettert.

Nu zijn wij moe van de onzekerheden
– nooit zijn het de welvarenden die vallen –
jij van het werelddeel der oudste schedels
bent eindelijk verlost van ons gegis.

Terug naar wie je zoogt, kussen en kussens,
naar je profeten en dwaze illusies,
je eerste dromen, en weer aarde worden
met haar voortdurende Einde der Tijden.

O mens, steentje dat wordt gekeild,
nog een paar keer opspringt en zinkt.

Rob Schouten.