Eenzame uitvaart #274, gedicht

*

De dood zwijgt hard voor wie nog vragen had.
Wat doet een mens alleen in een stoel, kapot verpopt,
het is mevrouw voor jou en jongen, spel je straks
mijn naam wel goed? Jij in je stoel. Geen weet
van wie het huis ontsluit, over de zee van brieven stapt
die als een beest de hal in kruipt, nog een deur,
een kamer, dan die stoel – een lichaam waarin iets
is rechtgezet, een brein voor cijfers op oneindig
maar de dood duurt één moment, daar blijven we
niet. Kom nu maar mee naar de dag waarop je je ogen
opendeed en opstond, de rest van je bestaan begon
zoals het was bedoeld, met bijna alles nog tegoed.

Ingmar Heytze.