Eenzame uitvaart #296, gedicht

Voor een 69-jarige eenzaam gestorven stapelkoning

Honing gelijk beklijven wij langzaam de aarde
honing glijdt van de dozen, de doeken, trekt draden
van goud langs gordijnen, rekt zich uit tot fotodunne gestalten
bij sepia ontij op zoek naar de muren waar ooit ons portret hing.

Wij zoeken ons lichaam onder het puin bedolven
altijd zijn er herinneringen die druipen van rekken
zich losrukken en verdwijnen in lucht
als geur vaag blijven hangen

En over alles de lichtende reclame van het toeval,
van de vondst, van de schok en het weten dat dit
de laatste stoel is, de laatste gedachte, het laatste
glas, de eerste verbaasde blik op de jachtvelden,
de gouden velden, de honing.

Tomas Lieske

2 gedachten over “Eenzame uitvaart #296, gedicht”

  1. Een beeld van zoete goudgele honing ipv afval , drek, stank , eenzaamheid en aperte armoe in een onbewoonbaar hol als uitvloeisel van een totaal tot stilstand leven. Niets “Go” . Elke keer als ik jullie verslag lees eer in de ziel van de betreffende overledene. Die ooit als onschuldige baby aan t leven begon.
    Dankjewel dat jullie er in woord en gebaar in t allerlaatste stukje zijn.

Laat een antwoord achter aan Joris van Casteren Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *