Eenzame uitvaart #238, verslag

Eenzame uitvaart #238
woensdag 10 april 2019, 10.00 uur
begraafplaats St. Barbara, Amsterdam
Dichter van dienst: Bernke Klein Zandvoort

Het leven is een lied

Mevrouw De V. (87) heeft geen kinderen en is nooit getrouwd geweest. Ze woont alleen, in een portiekflat aan het Banneplein in Amsterdam-Noord. Anderhalve maand geleden is ze naar een zorgcentrum gebracht, aan de andere kant van de stad.
Ze verkeert er in slechte conditie (‘oud en ziek’), valt op te maken uit een rapportage. ‘Heeft ongeveer zes weken alleen op haar kamer gelegen,’ schrijft Ton van Bokhoven van Team Rampendienst, Uitvaarten en Pension (TRUP).
De verpleegkamer is kaal, daarom worden er spullen van de woning aan het Banneplein naar het tehuis gebracht. Mevrouw De V. vraagt om haar knuffels. Om een of andere reden – zijn ze te stoffig? – mogen die niet.
Porseleinen beeldjes mogen wel, een maand later komen ze pas aan. Samen met haar muntenverzameling, enkele dierenposters en een rollator, zodat ze de gang op kan gaan.
Er komt niemand bij mevrouw De V. op bezoek. Haar zus is in 2003 overleden, met een halfzus uit Zaandam is al veertig jaar geen contact. Dinsdagmiddag 2 april wordt mevrouw De V. dood in bed gevonden, de doos met porseleinen beeldjes is nog niet uitgepakt.

Op zaterdag 6 april spreek ik in de portiekflat aan het Banneplein met Steven Walraven, bovenbuurman van mevrouw De V. Walraven was drummer in een punkband, hij is nog op tournee geweest in de Verenigde Staten, ergens in de jaren tachtig.
Mevrouw De V. kwam meestal aan het einde van de dag naar buiten, vertelt hij. Ze raapte zwerfvuil op, met blote handen. Zakken vol afval moet ze in de loop der jaren hebben verzameld. Walraven vindt dat mevrouw De V. er een onderscheiding voor had moeten krijgen. ‘De stadsreiniging in Noord had het een stuk makkelijker dankzij haar.’
Toen hij zelf op een keer iets opruimde in het plantsoen aan de achterzijde van de flat stapte mevrouw De V. op hem af. Ze bedankte hem en begon toen een tirade: hoe achteloos de mensen tegenwoordig wel niet waren.
Walraven schrok er een beetje van, hij probeerde haar te kalmeren. ‘Ik zei dat het op haar leeftijd belangrijk was om ook van het mooie in het leven te genieten.’ Hij kreeg niet de indruk dat ze daartoe in staat was.
Mevrouw De V. zag er verzorgd uit, als ze vuil raapte droeg ze volgens hem sportieve kleding. Boodschappen deed ze in het winkelcentrum om de hoek, heel soms werd ze opgehaald met een taxibusje. Afgezien van de thuiszorg heeft hij nooit iemand bij haar naar binnen zien gaan.
Walraven denkt dat mevrouw De V. niet goed meer hoorde, omdat haar televisie vaak hard aan stond. Zelf heeft hij een elektrisch drumstel en allerlei gitaren in zijn woning staan. ‘Ik had geen problemen met die tv.’

Na het overlijden heeft Van Bokhoven een brief aan de halfzus in Zaandam gestuurd, die daar niet op heeft gereageerd. De woning van mevrouw De V. zal een dezer dagen worden leeggehaald: een deel zal bij een kringloopwinkel belanden, de rest bij het grof vuil.
Een maatschappelijk werker die in de woning is geweest laat weten dat er behalve knuffels langspeelplaten van Willy Alberti en Engelbert Humperdinck zijn aangetroffen.
Tijdens de uitvaartplechtigheid in de aula van begraafplaats Sint Barbara, woensdag 10 april, tien uur ’s ochtends, draai ik van die chansonniers Mijn leven is een lied en The way it Used to Be.
Mevrouw De V. ligt in een eenvoudige kist. Ze is naar binnen gedragen door acht kraaien van Uitvaartcentrum Zuid, die gelijktijdig buigen als ze haar tussen zes kaarsen op de baar hebben geplaatst.
Na gedicht en muziek luiden de klokken in de kapel. We volgen de kraaien over het grind naar het graf. Daar laat begraafplaatsbeheerder Degenkamp mevrouw De V. met hulp van een vernuftig apparaat geruisloos in de grond verdwijnen.

Joris van Casteren.

(Verslagen van eenzame uitvaarten worden in opdracht van Stichting De Eenzame Uitvaart geschreven en vallen buiten de verantwoordelijk- en aansprakelijkheid van de aangesloten gemeenten)