Eenzame uitvaart #2, gedicht

I.M. Onbekende vrouw
(xx-xx-xxxx – xx-xx-xxxx)
Uitvaart: maandag 9 december om 10.00 uur, begraafplaats st. Barbara
Dichter van dienst: Rogi Wieg,

Verslag:  na te lezen in F. Starik, De eenzame uitvaart (Nieuw Amsterdam, 2005)

Bij de begrafenis van een onbekende

De afkomst van de dood is onbekend. En als hij komt
duurt het even, jij kan het weten, en daarna is er werkelijk
zo langdurig niets dat je van een eeuwigheid mag spreken.
Je had geen naam of leeftijd, je kon niet worden vergeleken.

Had je dan geen stukje oud papier om ooit iets op te schrijven,
was er geen vriend, geen kennis, geen wrede vijand desnoods
in je buurt? Is er niets om in je steen te slaan van voor je dood?
Hoe is een laatste ademstoot, of een geruis, wanneer je niemand
zijn

zal in de tijd? Ik sta hier in mijn beste pak, citeer uit eigen werk
voor jou, op verzoek van heren die ook niets van je weten,
je kist vertrekt en er komt zwarte koffie. Men zal misschien iets
eten

De aarde haalt de doden uit elkaar, de aarde doet wat haar werd
opgedragen door een God of door de leegte, je weet wel hoe het
gaat.
De witte anatoom, hij weet het meeste, maar is altijd veel te laat.