Dinsdag 19 november 2024, 10.00 uur
begraafplaats St. Barbara, Amsterdam
Dichter van dienst: Sasja Janssen
Auteur verslag: Joris van Casteren
De vader van Willem-Alexander
In de hele stad had meneer I. vrouwen en kinderen wonen. Het waren er tientallen, misschien zelfs honderden. Hij ontmoette hen regelmatig, tijdens de lange wandelingen die hij maakte.
Piekfijn liep hij erbij, in z’n nette pak met glimmende schoenen, sjieke hoed en wandelstok. Van zijn sociale huurwoning in de Amsterdamse Rozenstraat kuierde hij richting het centraal station, onderweg talloze gesprekken voerend.
Niemand hoorde hem, toch kreeg hij altijd antwoord in zijn hoofd. Met de pont stak hij ’t IJ over, meerdere keren per dag. Het was gratis en het uitzicht prachtig.
Soms ging hij ’s ochtends al aan boord, tussen ongeduldige forenzen drong hij naar de plecht, waar bij harde wind het zog hem om de oren vloog. Een trotse Keniaan in zijn nieuwe vaderland.
*
Boven hem woonde de dochter van een acteur. De acteur speelde bij gerenommeerde toneelgezelschappen. Mensen herkenden hem omdat hij ook voor populaire televisieseries was gevraagd.
Meneer I. keek geen televisie, in theater stelde hij geen belang. Hij wantrouwde de acteur, want die dochter was van hem. Net als de vrouw waar de acteur mee getrouwd dacht te zijn.
Toen de acteur, die elders in de stad woont, op een dag bij z’n dochter op bezoek kwam sprong meneer I. tevoorschijn. In de taal van z’n stam, hij behoorde tot het Luhya-volk, voegde hij hem het een en ander toe.
*
Als hij thuis was stond meneer I. voor het raam. Hij keek naar buiten maar leek niet echt iets te zien. Overburen vonden het vervelend, het leek wel of hij hen bespioneerde.
Hij stond daar maar te turen, in zijn nette pak. De huiskamer was leeg, op enkele Afrikaanse beelden na. Misschien sprak meneer I. tegen die beelden want zijn lippen bewogen.
Verderop woonde een alleenstaande moeder. Af en toe kwam de vader het kind halen of brengen, tot ongenoegen van meneer I. Al een paar keer had hij bozig op het raam getikt.
Toen de man het kind ten afscheid een zoentje gaf stormde hij met een hamer naar buiten. De vader sloeg op de vlucht, opgetrommelde agenten namen meneer I. mee naar het bureau.
Daar verklaarde hij dat een vreemdeling zijn dochtertje had aangerand. Het werd een hele toestand, een rechter bepaalde dat hij zich onder behandeling moest stellen.
*
Meneer I. werd op 29 december 1962 geboren in Sio Port, een stoffig, straatarm dorpje in het westen van Kenia, gelegen aan het Victoriameer. De mensen leefden er van de visserij.
Van alles zwom er in het meer, tot wetenschappers in de jaren vijftig nijlbaarsen uitzetten, agressieve roofvissen die andere soorten verorberden, een ecologische ramp van jewelste.
Meneer I. hield niet van vissen, hij vertrok naar Busia, een stadje op de grens met Oeganda. Hij vestigde zich als handelaar in souvenirs en ontmoette er z’n eerste vrouw, die prompt in verwachting raakte.
Het kind en de vrouw moest hij zien te onderhouden, wat nauwelijks lukte want de mensen in Busia kochten geen souvenirs. De vrouw werd kwaad en zette haar familie tegen hem op.
Iemand zei dat hij naar Mombasa moest gaan, daar kwamen veel toeristen. Meneer I. reisde dwars door het land naar het oosten, voor het eerst zag hij witte mensen en de oceaan.
De markt aan het strand was gigantisch, westerlingen struinden langs de kraampjes. Het viel meneer I. op dat iedereen min of meer hetzelfde verkocht, hij besloot het met houtsnijwerk te proberen.
Onderweg naar Mombasa had de volgepropte taxibus een tussenstop gemaakt in Machakos County, waar gedreven handwerkslieden wonen die dierfiguren snijden uit hout.
Meneer I. sloeg een partij houten olifantjes in. Het werd een hit, binnen de kortste keren was hij uitverkocht. Regelmatig reisde hij naar Machakos County, kocht voorraden op en verhoogde z’n prijzen.
De zaken liepen goed, hij stuurde geld naar z’n vrouw, die helaas met een ander bleek te scharrelen. Een nieuwe liefde kwam in zijn leven, een Nederlandse dame met lichtgrijs haar die aan z’n kraam was verschenen.
Ze was wel wat ouder maar dat deerde meneer I. niet. Speciaal voor hem kwam ze nogmaals naar Kenia, daarna trouwden ze. In de winter van 1995 landde meneer I. op Schiphol, hij wist niet dat het zo koud zou zijn.
*
Meneer I. had grootse plannen, wat hij in Mombasa voor elkaar had gekregen zou hem in Europa ook gaan lukken. Hij trok in bij z’n vrouw, die in de hoofdstad woonde.
In het nieuwe land had iedereen het druk. De taal bleek nogal lastig en het voedsel was heel anders dan thuis. Mensen schenen te denken dat hij een schijnhuwelijk was aangegaan. Alsof hij in ruil voor een verblijfsvergunning de bedjonker van zijn oudere vrouw moest zijn.
Terwijl meneer I. juist een gezin met haar wilde stichten, dat was in zijn cultuur na een trouwerij hoe dan ook de bedoeling. Maar de vrouw was te oud voor kinderen, het leidde tot spanningen waardoor het huwelijk na vijf jaar strandde. Hij verliet het huis, zat een tijd in onderhuur en vond met veel geluk de woning in de Rozenstraat.
*
Op het Waterlooplein had hij z’n eigen marktkraam, dat vervulde hem met trots. Zijn Afrikaanse snuisterijen waren in trek, het probleem zat ‘m in de aanvoer. In Kenia bestelde handel arriveerde niet of veel te laat.
Hij vloog terug, in Mombasa hing hij de gebraden haan uit. Tussenhandelaren streken een flink deel van zijn winst op, voortaan zou hij zelf de containers vullen en naar Amsterdam verschepen.
Tijdens deze zakenreizen ontmoette hij verschillende vrouwen, bij drie van hen verwekte hij een kind. Hij zou hen financieel ondersteunen, net als de eerste vrouw, die hij nog steeds geld stuurde.
Maandelijks maakte hij vanuit Amsterdam honderden euro’s over. Intussen ging het steeds minder goed met z’n kraam, mensen bestelden liever via internet. Een vaste kraam was niet meer zo handig.
Hij kocht een bestelbus die hij vulde met z’n Afrikaanse artefacten. In België, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk deed hij plaatsen aan waar markt werd gehouden.
Het draaide uit op een fiasco, in 2010 werd meneer I. bankroet verklaard. Hij belandde in de WW, de vernedering was compleet. Hij wilde er met niemand over praten, alleen een Keniaanse kennis die inmiddels in Alkmaar woont wist ervan.
Zijn moeder overleed, vervolgens een broer. Meneer I. had geen geld om bij de begrafenissen aanwezig te zijn maar deed alsof hij het te druk had om te komen.
*
Er knakte iets in hem, hij zag dingen die er niet waren. Zijn vrouwen en kinderen waren niet alleen in Kenia, ze waren overal. De medicijnen die hij moest slikken na het incident met de hamer nam hij niet altijd, het spul maakte hem loom.
Er was een brandje in zijn woning. Het ontstond in de keuken, waar een onbekende Afrikaanse vrouw iets had gekookt. Brandweer en politie snelden toe.
Meneer I. zei dat de vrouw niet weg wilde gaan. Op straat had ze hem aangeklampt. Ze had geen papieren en kon nergens terecht, dus bood hij haar een slaapplek aan. Vervolgens was ze gebleven, tegen zijn zin. Hij was blij dat de agenten haar meenamen.
*
Hij kampte met diabetes en een hoge bloeddruk. In 2022 werd meneer I. met hartproblemen opgenomen in een Amsterdams ziekenhuis. De acteur besloot met zijn dochter op ziekenbezoek te gaan, ook al was hij eerder in een vreemde taal door hem uitgefoeterd.
De patiënt was verrast en diep ontroerd om zijn buren aan het bed te zien. Hij kreeg goede medicatie en was helemaal zichzelf, de acteur en zijn dochter konden zich niet voorstellen dat ze ooit bang voor hem waren geweest.
Een pacemaker moest worden geplaatst, meneer I. was doodsbenauwd, de acteur stelde hem gerust. Een verpleegster vroeg of zij contactpersonen wilden zijn, meneer I. had verder niemand.
*
In mei ontdekte de acteur dat hij al geruime tijd de energierekening van meneer I. betaalde, gevolg van een administratieve fout bij de stroomleverancier. De buurman liet hem binnen om de kwestie te bespreken.
De acteur zag de Afrikaanse beelden staan, en andere onverkochte restanten van zijn voormalige handel. Meneer I. zei dat hij z’n computer niet meer gebruikte, hij kon de cijfertjes en lettertjes niet meer lezen, er was iets met zijn ogen aan de hand.
Meer dan drieduizend euro had de acteur voor hem betaald. Eerst probeerden ze het op de energieleverancier te verhalen, maar die scheepte hen vakkundig af.
Meneer I. wilde het bedrag terugbetalen, al had hij geen idee hoeveel er eigenlijk op z’n rekening stond. Om een overzicht te krijgen van de financiën schakelde de acteur een boekhouder in.
In juni liep hij met meneer I. en allerlei mappen naar het kantoor. Meneer I. was slecht ter been, het ging tergend langzaam. Bovendien had hij weer last van wanen. ‘Ik ben de vader van Willem-Alexander,’ zei meneer I. onder meer.
Zogenaamd had hij geld zat, de boekhouder zag dat het anders zat. Maandelijks zou hij misschien honderd euro opzij kunnen zetten, maar dat zou ten koste gaan van de bedragen die automatisch werden overgeboekt naar de vrouwen en kinderen in Kenia. De acteur besloot de zaak te laten rusten.
*
De dochter van de acteur is dierenarts. In september ging ze naar Curacao om katten te steriliseren. Toen ze terugkeerde in oktober zag ze dat het licht bij meneer I. de hele dag brandde. Er groeide onkruid tussen de stoepstenen, gewoonlijk haalde hij dat weg met een schoffeltje.
Ze klopte en belde, stelde haar vader op de hoogte en schakelde de politie in. Meneer I. lag in z’n slaapkamer op de grond, een forensisch arts rapporteerde later dat hij er zeker een maand heeft gelegen.
In de woning werd een telefoonnummer van een van de kinderen gevonden. Team Uitvaarten van de gemeente Amsterdam belde een aantal malen, toen er eindelijk werd opgenomen viel de verbinding weg.
*
Begraafplaats Sint Barbara, dinsdagochtend 19 november. De acteur en z’n dochter zijn gekomen, net als de vroegere kennis. Van hem hoorde ik dat meneer I. van Franco Luambo hield, meester van de rumba, dus dat laat ik draaien.
Later die week slaagt de Keniaanse ambassade er alsnog in een van de kinderen te bereiken. Al een hele poos hadden ze niets van hun vader vernomen, maar dat gebeurde wel vaker, bovendien zijn de verbindingen slecht.
Hij was een verre vreemdeling, een afwezige die ze nooit hebben gekend. Maar hij dacht aan hen, dat zullen ze niet vergeten. Volgens de traditie zal in Port Sio een bananenplant voor hem worden ingezaaid.
Joris van Casteren.
Mooi!
Dank voor het delen van dit verhaal
Vr gr Ria
Dankjewel lieve Joris,
Het verhaal van I doet me denken aan een mooie zwarte man die ik deze week ontmoette. De allenigheid hing om hem heen als een oude jas.
Fijn dat I met nazoeken een beetje uit de vergetelheid gehaald is en dat er aan hem, hoe eenzaam ook, bij het afscheid van deze wereld gedacht wordt.
Dankjewel voor jullie mooie werk.
kijk op: walkoflife.nu
Schrijft levensverhalen en sociale testamenten van mensen zonder netwerk .