Eenzame uitvaart #212 verslag

Eenzame uitvaart nummer 212
I.M. R.J.N. G.
Maandag 10 oktober 2016, 11.30 uur, begraafplaats St. Barbara
Dichter van dienst: Jos Versteegen

Eenzame uitvaart nummer 211 was er een die niet doorging. Dus klopt de nummering op de site niet meer. (Huishoudelijke mededeling.) Nu meneer G., geboren op 26 februari 1940 in Bandung, Indonesië, sinds 1992 woonachtig in Amsterdam, wat niet uitsluit dat hij al langer geleden hier te lande zijn intrek nam, sinds 2008 woonachtig in Amsterdam West. Hij was ‘geestelijk niet in orde’, vertelt de nieuwe man van de Dienst, die Ali Mahmood nu blijvend heeft vervangen. ‘Een zorgweigeraar.’ Bepaald niet populair in de buurt: hij werd bezocht door geesten en zag geesten in iedereen, kwade geesten. Zocht ruzie, schold mensen uit. Alleen aan de katten in de buurt had hij aanspraak. Tot ergernis van velen voerde hij de buurtkatten, sprak met ze.

Rijtjeshuis, zwaar verwaarloosd voortuintje. Een buurvrouw vond hem in het portiek van zijn woning. Zij belde de politie, de ambulancedienst, een paar dagen later overleed hij in een kliniek van de GGZ. De buurvrouw toonde zich in het gesprek met de Dienst zeer aangedaan, haar eigen man is recent overleden, ze wil er verder niets mee te maken hebben.

Er is geen familie, zijn moeder werd in 1890 geboren, die leeft zeker niet meer. Hij leefde van de AOW en een pensioen, hij moet zeer zuinig hebben geleefd, laat naast een huis vol dozen een aanzienlijke som spaargeld na. Hij wordt particulier begraven, dat wil zeggen: acht dragers en een extra luxe bloemstuk op de kist.

De Dienst meldt dat er een tekenaar en een fotograaf aanwezig zullen zijn. Die hebben zich daar aangemeld. De tekenaar is Jan Rothuizen, die is goed. Die heb ik zelf naar de Dienst doorverwezen. Wie de fotograaf is weet ik niet.

Op de een of andere manier denk ik dat dichter van dienst Jos Versteegen iets Indonesisch heeft. Ik bel hem. ‘Dat klopt,’ zegt hij, ‘ik zit in een Indonesisch restaurant.’ En hij heeft ooit drie maanden in, juist, Bandung gewoond. ‘Match made in heaven,’ concluderen we. Later vertelt Jos dat hij dacht, toen hij zijn telefoon in dat restaurant opnam, dat ik uit de gamelanklanken die daar opklonken concludeerde dat hij wel van Indonesië moest houden. Die waren me in het geheel niet opgevallen.

Maandag. Koud, maar zonnig. Na ampele overweging besluit ik de geklede uitvaartoverjas thuis te laten, het is moeilijk afscheid nemen van de nazomer, die altoos lijkt voort te duren. Rillend fiets ik in mijn naakte pak de begraafplaats op.

Jos is er al, ook Bert Kiewik en Van Bokhoven zijn er, en tot mijn verrassing ook Marijke, van wie ik toch dacht dat haar dienstverband beëindigd was. ‘Een zware delegatie,’ merk ik op, tegen niemand in het bijzonder. Marijke lacht. Ze is vandaag de uitvaartleidster. Ze is bij UZ in dienst getreden. Ze staat nu in een andere rol in hetzelfde toneelstuk. Fijne, betrokken vrouw. ‘Die tweeënhalf jaar bij de Dienst, ze hebben een enorme indruk op me gemaakt, het heeft echt iets veranderd in mijn kijk op het leven, zeg maar. Dingen gezien waarvan je niet wil dat ze bestaan.’ Vertelt ze later, in de koffiekamer, na afloop van de ceremonie. Ze illustreert haar betoog met het verhaal van de oude vrouw, ingeklemd tussen een advocatenkantoor waar ze een geschil mee uitvocht, een kantoor dat van dezelfde toegang gebruik maakte als de bewoonster van het huis, dat Marijke nadien bezocht, het huisje helemaal volgestouwd, een klassieke hoarder. De verzameldwangmatige. Drie deuren verderop een zorginstelling. Benedenwoning. Ingeklemd. En toch: niemand iets gezien. Zulke dingen.

Van de tekenaar Jan Rothuizen ondertussen geen spoor. We moeten toch beginnen. We hebben de muziek doorgesproken, Jos heeft ook drie dingen meegenomen, ik pleit voor Bon Iver, een nummer met de merkwaardige titel 00000 Million. Ook 8 (circle) staat op mijn usb-stickje, een strijkkwartet van Michael Nyman. We besluiten binnen te lopen op het eerste nummer van Bon Iver, (I’ve been haunted, I’ve been haunted) – dan iets klassiek dat Jos heeft meegebracht, om de aula te verlaten op de klanken van de traditional Come by the hills, vertolkt door zijn vriend Jan Lankelma, eind jaren zeventig op elpee verschenen. Later op cd heruitgegeven. Dat een mens een eiland is, legt Jos uit.

We gaan beginnen. Iedereen schuift in op links, dus ik moet wel op rechts, voor het evenwicht. Ik zie de uitvaartleider in het muziekkamertje zitten. Terwijl Bon Iver dus zingt dat hij behekst is en achtervolgd wordt.

Marijke komt naar voren, spreekt de magische woorden van bijeenzijn, muziek en bloemen. Woorden. Geeft het woord aan Versteegen. Hij draagt aan donkerblauw colbert met erg veel details eraan, valt me op: bruine knopen op het blauw, een ogenschijnlijk meegenaaid pochet in het borstzakje, contrasterende stiksels, een rood merkje op de ondermouw, hoe noem je dat, het manchet. Refererend, dat manchet, aan de kleur van het pochet. Wij van Starik houden van goedgeklede mannen, al dragen ze dan een spijkerbroek.

*

Schimmenkermis

Voor meneer G.,
geboren in Bandung,
gestorven in Amsterdam

U had nog aanspraak aan de katten,
knokige boefjes van de nacht
die melk en maaltjes van u kregen.
U had zelfs aanspraak aan de buurt,
die horde boze geesten:
u schold en schimpte, want het kwaad
dient steeds vakkundig van het lijf geweerd.

De schemering, de val in uw portiek,
uw duister oog al haast gebroken.
Er was een zwerm van witte geesten om u heen,
zij droegen u en zij verhuisden u,
weg van de schimmenkermis van uw buurt.
De katten praten na, bij nacht.
Je hoort ze rouwen om hun melk, hun maaltjes.

*

Terwijl Jos spreekt, zie ik Mounir in zijn muziekkamertje een zwijgende dans opvoeren: hij tikt op de cd die hij aanstonds zal moeten draaien, schudt heftig nee, wenkt met zijn hand. Ik loop dwars door het gedicht heen naar achteren. ‘Hij doet het niet,’ bewijst hij, het voorwerp nog eens in de cd-lader schuivend. ‘Doe dan dat tweede nummer van Bon Iver op de usb-stick maar,’ ik weet het zo gauw ook niet. Net op tijd terug om het einde van het gedicht te missen. Jos is alweer op zijn plaats gaan zitten. Sorry.

We luisteren naar 8 (circle). Er zitten nog meer gekke geluidjes in dan ik thuis al detecteerde. Hoorde, of niet hoorde. Schaam me een beetje voor mijn ‘progressieve muziekkeuze.’ Had meneer G. dat wel mooi gevonden?

 

 

© voor gedicht: Jos Versteegen
© voor verslag: F. Starik

 

 

+